In een raamkozijn zit een jongen, kijkend naar de aanschouwer met een glimlach op zijn gezicht. De jongen draagt een rode fluwelen jurk met een witte kraag en mouwen. In zijn rechterhand houdt hij een vogelkooi, in zijn linkerhand een glazen waskom met water. Op de rand een baret struisvogelpluimen met een paar schelpen.