Op grijze tegelvloer, waarop bloemetjes zijn gestrooid, staat in het midden een tafel, bedekt met een grijs kleed. Op de tafel staan: kommetje, vergulde bokaal, schaal met druiven een glas en brood. Voor de tafel zit Esther in wit gewaad, met bruine mantel. In haar rechterhand een waaier ophet hoofd een kroontje. Achter de tafel staat Ahasverus, met tulband en scepter. Rode mantel over geborduurde, blauwe jas. Links zit Haman, de handen omhoog geheven. Rode muts, blauwe mantel, grijs gewaad en goud-bruine beenbekleding. Linksachter Haman: koelvat, kan, fles. Tussen Haman en Ahasverus een jongen. Links en rechts donkergrijze draperie. Achtergrond is donker.
