Er zijn geen of onvoldoende herkomstgegevens uit de periode 1933-1945 over dit object bekend. Na onderzoek zijn tot op heden geen bronnen gevonden die informatie over de herkomst kunnen geven. Daarom is er geen uitspraak te doen over mogelijk verdachte herkomst of mogelijk onvrijwillig bezitsverlies.
De herkomst van dit object is niet sluitend. Het is niet bekend van wie, wanneer, hoe en onder welke omstandigheden H. Göring het object heeft verworven. Vervolgens is het schilderij in 1944 door een ruil met H. Göring in bezit gekomen van kunsthandel Goudstikker/Miedl en doorverkocht aan kunsthandelaar J. Dik jr uit Amsterdam. Hij verkocht het object in 1944 aan H. Herbst van veilinghuis Dorotheum in Wenen. Er zijn op dit moment geen aanknopingspunten voor het doen van verder onderzoek naar de herkomst voor de periode van 1933 tot en met 1945 bekend.
