Er zijn geen of onvoldoende herkomstgegevens uit de periode 1933-1945 over dit object bekend. Na onderzoek zijn tot op heden geen bronnen gevonden die informatie over de herkomst kunnen geven. Daarom is er geen uitspraak te doen over mogelijk verdachte herkomst of mogelijk onvrijwillig bezitsverlies.
De herkomst van dit object is niet sluitend. In 1921 verkocht kunsthandel Geb. Douwes het object aan J.B. van Heek uit Enschede. In 1940 verkocht J.H. van Heek het object aan kunsthandel H. Zeggelink in Enschede. Het is zeer waarschijnlijk dat het object tot die tijd binnen de familie Heek is gebleven. Het is niet bekend of en wanneer kunsthandel Zeggelink het object heeft verkocht. Het is niet bekend van wie, wanneer, hoe en onder welke omstandigheden kunsthandel W.H. Paech uit Amsterdam dit object heeft verworven. Paech verkocht het object in 1942 aan directeur Hupp van het museum in Düsseldorf. Deze transactie is na de oorlog door Paech opgegeven als vrijwillige verkoop. Er zijn op dit moment geen aanknopingspunten voor het doen van verder onderzoek naar de herkomst voor de periode van 1933 tot en met 1945 bekend.