Er zijn geen of onvoldoende herkomstgegevens uit de periode 1933-1945 over dit object bekend. Na onderzoek zijn tot op heden geen bronnen gevonden die informatie over de herkomst kunnen geven. Daarom is er geen uitspraak te doen over mogelijk verdachte herkomst of mogelijk onvrijwillig bezitsverlies.
De herkomst van dit object is niet sluitend. Het object werd in 1938 geveild bij Van Marle & Bignell in Den Haag. Door wie het object was ingebracht is niet bekend. Mogelijk was in het in 1940 in bezit van de kunsthandel Firma D. Katz in Den Haag. Wanneer, van wie, hoe en onder welke omstandigheden Firma D. Katz het object had verworven is niet bekend. In 1944 verkocht kunsthandelaar J. Dik jr. het object aan H. Herbst van het veilinghuis Dorotheum in Wenen. Dik jr. werkte in 1944 als agent voor Herbst in Nederland. Wanneer, van wie, hoe en onder welke omstandigheden Dik jr. het object had verworven is niet bekend. Vervolgens is het object door kunsthandel Galerie Gerstenberger in Chemnitz gekocht ten behoeve van het beoogde Führermuseum in Linz. Er zijn op dit moment geen aanknopingspunten voor het doen van verder onderzoek naar de herkomst voor de periode van 1933 tot en met 1944 bekend.