Er zijn geen of onvoldoende herkomstgegevens uit de periode 1933-1945 over dit object bekend. Na onderzoek zijn tot op heden geen bronnen gevonden die informatie over de herkomst kunnen geven. Daarom is er geen uitspraak te doen over mogelijk verdachte herkomst of mogelijk onvrijwillig bezitsverlies.
De herkomstgeschiedenis van dit schilderij is niet sluitend; de herkomst voor 1940 is onduidelijk. De transacties van De Haan zijn onderzocht door de Restitutiecommissie in de RC-adviezen 1.106, 4.142 en 1.150. Het is niet duidelijk of H.S. de Haan, Amsterdam eigenaar was van dit werk toen hij het in augustus 1940 verkocht aan kunsthandel Goudstikker/Miedl in Amsterdam, of dat hij als tussenpersoon betrokken was bij deze transactie. Mogelijk de kunsthandel H.S. de Haan op als tussenpersoon namens Galerie Internationale, Den Haag. Het verzoek van de nabestaanden De Haan is op grond daarvan afgewezen. Er zijn op dit moment geen verdere aanknopingspunten voor onderzoek.